Biniam Girmay stak in de eerste sprintrit van de Giro d’Italia meteen zijn neus aan het venster. Achter Jonathan Milan en winnaar Tim Merlier eindigde de Eritreeër als derde in Fossano. Hij is tevreden met dat resultaat, al had er misschien nog wat meer ingezeten, zegt hij op de site van Intermarché-Wanty.

“Mijn ploeggenoten hebben me vanaf de start goed omringd in de kop van het peloton en halfkoers naar de eerste tussensprint geloodst”, begint Girmay zijn verhaal over de derde Giro-rit. “Toen het peloton daarna splitste, waren we met vier renners van het team aanwezig in de eerste groep. Met Madis Mihkels en Adrien Petit had ik twee renners uit mijn sprinttrein aan mijn zijde, dat was dus een ideale situatie voor ons. We hebben genoten van het koersen in de kopgroep.”

Nadien kwam alles echter weer bij elkaar en maakte het peloton zich op voor een massasprint. Al reed niemand minder dan rozetruidrager Tadej Pogacar op het laatste klimmetje nog wel even weg. “Met mijn ploeggenoten zijn we er zoals gepland in geslaagd om het laatste klimmetje bij de eerste tien renners aan te vatten. Toen Tadej Pogacar aanviel, was het zoals gewoonlijk voor iedereen alle hens aan dek.”

“Ben gelukkig met dit resultaat”
Toch kwam het tot een sprint in Fossano. “In de laatste voorbereidingen naar de sprint was het man tegen man. Oorspronkelijk had ik het wiel van Jonathan Milan te pakken, maar toen ik zag dat de sprint in de tegenwind op rechts met meer snelheid gelanceerd werd, schakelde ik over naar de slipstream van Tim Merlier. De streep kwam iets te vroeg voor mij, maar ik ben gelukkig met dit resultaat. Het is mooi om de eerste sprintkans met een podiumplaats te verzilveren. Ik kijk uit naar de volgende twee of zelfs drie etappes.”

• 

  7 mei

  Lees ook Giro 2024: Voorbeschouwing etappe 4 naar Andora - Pakt Tim Merlier zijn tweede?

  7 mei

  21